Vrijmetselarij is geen godsdienst, geen ideologie of levensbeschouwing. En zeker geen sekte of geheim genootschap. De Orde van Vrijmetselaren is een democratische vereniging, waarvan de leden streven naar verdieping van inzicht. In dat streven staat de Orde natuurlijk niet alleen. Maar de vrijmetselarij onderscheidt zich van andere organisaties op dat terrein door haar bijzondere methode van werken. Zij maakt daarbij gebruik van symbolen en rituelen, die op zinnebeeldige wijze de levensloop van de mens uitbeelden.

Symbolen zijn hulpmiddelen bij het overbrengen van gedachten of gevoelens die vaak moeilijk onder woorden zijn te brengen. In ons dagelijkse leven bedienen we ons onbewust van talloze symbolen, waarvan iedereen meteen de bedoeling begrijpt: een bos bloemen, de trouwring, de nationale driekleur, het kruis, een handdruk, enz. Voor vrijmetselaren is hun symboliek een taal die zij verstaan, waar ter wereld zij elkaar ook ontmoeten. Waar het gesproken of geschreven woord misverstanden kunnen veroorzaken, schept die gemeenschappelijke symbolentaal eenheid tussen mensen met totaal verschillende maatschappelijke achtergronden, opvattingen en karakters.

In de vrijmetselarij neemt de bouwsymboliek, erfenis van de ambachtelijke loges uit de middeleeuwen, een zeer belangrijke plaats in. De vrijmetselaar bouwt aan de tempel der mensheid, aan een betere wereld, waarbij hij zichzelf ziet een bouwsteen.

Een geliefde uitdrukking is dat de mens een ruwe steen is, die moet worden bekapt en gepolijst tot een zuiver kubieke steen, zodat die gave steen kan worden ingepast in het bouwwerk van levende stenen.

Passer en winkelhaak vormen internationaal hét herkenningsteken van de vrijmetselarij. De passer wordt verbonden met de gedachte aan maatgeven, scheppen, afpassen. Hij is ook het symbool van de uitstralende Liefde uit het Oosten, het symbool van de Opperbouwmeester die alles ordende naar maat, getal en gewicht. De winkelhaak met zijn rechte hoek symboliseert de mens die het Licht ontvangt, de mens die zich in de ‘rechte verhouding’ weet te plaatsen tot zijn medemens.